Flandrien Cyrille – ‘Tour de Cyrille’ – Dag 12: “Ik ben niet zo gerust in de aankomst”

  

“Ik ben vanmorgen lui geweest. Ik ben pas om 9u vertrokken. Toch wat langer uitgeslapen dan gepland. Dat is niet zo erg. Ik heb mijn wiel nog wat meer gerecht zodat de slag er een beetje uit is. De fiets gesmeerd. Hij kan terug mee tot in Menen. Het doel van vandaag was om Amiens te bereiken. Amiens, je kent dat wel he.” Flandrien Cyrille verwijst hiermee naar de Omloop van de Slagvelden een historische meerdaagse fietstocht die hij net als onze hoofdredacteur in 2019 reed. De eerste etappe van de Omloop van de Slagvelden liep van Oosteeklo naar Amiens. “Ik ben naar de aankomst gereden van die eerste rit. Ik moet zeggen, het deed me wel iets. Ik heb in datzelfde cafeetje een pintje gedronken en er iets gegeten. Slapen doe ik vanavond in hetzelfde hotel als toen na die eerste etappe in de Omloop van de Slagvelden. Een aangename herinnering en tof om hier nog eens te zijn.”

Het parcours was vandaag eerder licht golvend. Al lijkt Flandrien Cyrille steeds sterker te worden. “De benen, mijn velo en ikzelf, wij laten ons door niets meer stoppen. Eigenlijk vlieg ik nu overal op en over. Niks lijkt nog een probleem. Ik moet door niets nog laten tegenhouden.” Hij is nu duidelijk op dreef en vervolgt. “Moest ze me nu op zo’n superfiets zetten. Zo eentje van tien kilo of minder, wat is het tegenwoordig? Dan zijn er twee mogelijkheden. Ofwel breek ik mijn kader of ik moet een meesterknecht worden om Wout Van Aert naar de wereldtitel te helpen. Misschien dat jij een telefoontje doet naar de bondscoach? Hij kan het misschien wel regelen (lacht).”

Wat dan volgt is een stukje wielergeschiedenis dat het midden houdt tussen straffe feitenkennis en bewondering voor zijn idool. “Het moet toch ongelooflijk geweest zijn in 1908. Hoe in vorm moet Cyrille Van Hauwaert wel niet geweest zijn. Die is 6-7 weken onderweg geweest. Hij heeft tussen de vier- en de vijfduizend kilometer gedaan. Die extra lus naar Biaritz en ook nog die lus richting Grenoble en Genève, doorheen het gebergte. Hij moet toch onklopbaar geweest zijn? Ik kan mij niet voorstellen dat er iemand zo’n training gedaan heeft, als deze die Van Hauwaert gedaan heeft. Hij was ook onklopbaar. Eerst Milaan-Sanremo en veertien dagen later won hij ook nog eens Paris-Roubaix. Daar heeft hij ook zijn bijnaam gekregen, ‘Lion des Flandres’. 

“Zondag zullen mijn benen wel niet zo goed zijn als die van hem. Ik ben niet zo gerust in de aankomst. Ik zal wel zien wat er op mij afkomt. Ik ben dan misschien wel een ruwe Flandrien, maar met een klein hartje achter die ruwe bast. Dat is toch een beetje moeilijk aankomen. Het zal wel tof zijn hoor, daar niet van. Ik heb alleszins een goeie zakdoek klaar.”

“Morgen ga ik opnieuw wat uitslapen. Het moet niet zo laat zijn als vanmorgen. Ik ga het op mijn gemak doen. Het is uiteindelijk maar 140 kilometer. Met een parcours dat steeds vlakker wordt. Ik zal proberen om in de buurt van of zelfs tot in Menen te geraken. Daar kijk ik dan om ergens te slapen. Dan ben ik zeker om zondag om 9u in Menen te staan voor de mensen die met mij naar Moorslede willen fietsen.” Wie er graag bij is, zorg dan dat je ten laatste om 9u aan de grote parking in de Rijselstraat in Menen bent. Dus niet de Oostkaai zoals eerder was gecommuniceerd.

Naar dagelijkse gewoonte, gaat wat later de telefoon nog eens. “Flandrien Cyrille nog eens. Zeg, er valt mij nog iets te binnen. Ik had vandaag wat meer tijd en reed rustiger. Aan de starende blik is vaak al snel duidelijk dat ze geïnteresseerd zijn.” Of ze vinden je gewoon ‘speciaal’ Cyrille. “Bij één man ben ik toch gestopt. Het bleek de heer Byttebier te zijn. Hij vond de fiets en aller errond heel speciaal. Zijn grootouders waren van Waregem. Het was tof. Hij was trots dat hij met mijn fiets op de foto mocht (lacht). Nog iemand anders vroeg me zelfs binnen voor een pintje bier. Dat heb ik nu niet gedaan.” Dat vinden wij toch minder waarheidsgetrouw. Weet dat in de tijd van Cyrille Van Hauwaert het water nog niet zo betrouwbaar was. Dus dronken de renners alles wat ze konden vinden in een café waar ze binnenvielen. Van flessen wijn, rum en jenever tot flesjes bier. “Ik heb gewoon een klapke gedaan, maar ben niet binnen geweest. Anders verliest ge te veel tijd en weet ge niet waar dat eindigt. Maar het is wel tof. Ik heb dat misschien een paar dagen te weinig gedaan. Dagen waarin ik te veel gefocust was op de kilometers.” Even tussendoor meegeven dat Flandrien Cyrille tijdens de rit nooit naar de kilometers kijkt. Enkel tegen het einde van dag wel, om dan een inschatting te maken van hoe lang of hoe ver hij nog moet rijden die dag.” Ik heb dat wat gemist door het achterwege te laten. Maar ik kon niet anders he, om mijn kilometers te maken. Eigenlijk had ik daar meer tijd moeten kunnen insteken, maar dan moet ik inboeten qua kilometers natuurlijk. Maar het is goed zoals het geweest is. Ik ben heel content. Goed, bedankt he.” Prachtig toch, hoe hij elke avond zo nederig afsluit. Wij zijn maar wat blij om de stem te mogen vertolken van Flandrien Cyrille.

Bekijk hieronder de relive van de twaalfde etappe in de ‘Tour de Cyrille’.




Verwante posts