Eerste etappe – Oosteeklo – Amiens

  

Buiten is het nog donker en stil. In de auto heb ik het koud. Koud, ik? De zenuwen zijn er, het vertrouwen moet nog groeien. Oosteeklo verkeert nog in een kermisroes bij aankomst. Naar de tent voor het afhalen van kledij, startnummer, controlekaart en het tekenen van het controleblad. De bovenbuis van mijn fiets krijgt een verzegeld lint. Dat ik nog even op de foto moet? Zonder wielerkledij niet zo mooi. Dan maar naar de auto om me om te kleden. Lampjes op de fiets. Zakken vullen met eten. Drinkbussen gevuld. Ik rijd terug naar de tent voor de foto. De fotograaf is al richting start. Het valt me meteen op hoeveel supporters aan de start staan. De verminderde motoriek bij sommigen getuigt van een stevige kermisnacht. Nerveuze lachjes stellen me gerust. Ik ben niet alleen. Na een korte speech door iemand van de organisatie, weerklinkt het startschot

In de eerste bocht staat een trompettist. Wat verder twee silhouetten van doedelzakspelers op een bunker. De toon is gezet. Op weg naar Brugge schuif ik wat heen en weer doorheen de groep. De leuke kennismakingsgesprekjes doen deugd. In centrum Brugge is het nog heel kalm. Mijn schoonmoeder staat op de Burg. Ik zie haar nog net op tijd, wat op haar kleine spandoek staat niet. Via de Smedenpoort rijden we Brugge uit. Via de Torhoutse steenweg gaat het naar … Op de weg tussen Torhout en Wijnendale, een akelig geluid een 50 meter achter me. Iemand is gevallen. Om kijken en zien dat de man terug op de benen staat, oef. Naar Diksmuide is het een lange weg, met een bij momenten heel smal fietspad. In Diksmuide zwaai ik even naar de bakkersvrouw die me tijdens winterse trainingen van lekkere rijsttaartjes voorziet. De Uniebrug en IJzer over.
>Plots zit ik op kop van de groep. Wat verderop linksaf naar Oudekapelle. In Oudekapelle komen drie andere fiets meedraaien. We hebben een leuk tempo en behouden dit tot aan de eerste controle in Fortem waar we bij Brouwerij De Snoek de eerste stempel in de controlekaart krijgen. Terwijl een accordeonist van musette geeft, vul ik de mijne. Ik kijk even rond of ik Frank Becuwe, de auteur van het boek Omloop van de Slagvelden niet zie. Niet meteen, dus vertrek ik terug alleen.


Via de Lo-vaart komen we in … Daar word ik bijgehaald door drie fietsers. De man op kop zegt me “Zet je maar in ’t wiel jongen”. Op lange afstanden is er meer ruimte voor conformisme en dus kijk ik de komende kilometers op een trui met de tekst “VDB 4ever”. Als fan van Frank Vandenbroucke is dat een leuk detail. Il Bambino d’Oro van de Westhoek piloteert ons tot in Ieper. Hij en de andere dame wensen ons nog veel succes en nemen afscheid. Daar sta ik dan op de Markt van Ieper. We hebben 130 km op de teller. De man die ook de Omloop rijdt stelt voor om samen te fietsen. Nadat zijn vrouw die met de auto het traject volgt nog even gestopt is met wat bevoorrading vertrekken we.

Tot in Menen hebben de wind nog niet volledig in het nadeel. Het gaat vlot. We komen bij een drietal in Menen. Twee van hen versnellen kort erna. Ik laat ze begaan. Wat ik verwachtte, gebeurt. Ze wachten op hun fietsvriend. Met vijf rijden we samen tot in Lille. Aan de tweede controle zie ik ook mijn volgwagen voor het eerst. Mijn ouders volgende het ganse traject. Een meer dan welgekomen luxe op dit avontuur.

Samen met de man waarmee ik sinds Lo-Reninge rijd, vertrek ik terug. Een korte regenbui zorgt meteen voor het kleine gevaar. Remmen voor het rode licht. De fiets gaat dwars in de rijrichting. Ik blijf recht. Het gaat rustig verder tot aan de volgende controle in Douai. De toeristische dienst is ondergebracht in één van de mooie historische gebouwen van de stad. Ik ontvang er opnieuw een stempel in mijn controlekaart. De dame van de organisatie aan wie ik ’s morgens een foto had gevraagd van mezelf met mijn smartphone, vraagt mij nu hetzelfde. Of ik even op de foto wil. Een man met baard en bril leest luidop mijn naam af van het kaderplaatje. Ik herken hem, het is de man die ’s morgens nog de speech gaf en bij wie ik me begin 2018 al opgaf als geïnteresseerde voor deze tocht. Een hartelijke man, net zoals alle andere vrijwilligers die alles in goede banen leiden.

We vertrekken terug, met een felle wind in het gezicht. De ganse dag blaast deze in het nadeel van de moedige deelnemers. Alles gaat zijn gewone gangetje: eat, drink, bike, repeat. Na bijna 230 km krijgen we één lange glooiende heirweg voor de wielen waar de wind vrij spel heeft. Op mijn gps zie ik dat het meer dan 20 km rechtdoor is. Ik hoop op versterking van achteruit. Een kleine 10 km verder komt er een trio aan. Ze geven aan de we mee kunnen. Om wat goodwill te creëren doe ik mijn deel van het kopwerk. De enige Duitser van deze omloop blijkt heel sterk. Wanneer hij overneemt gaat het hard en zijn beurten duren ook altijd net wat langer. Op zo’n 1,5 km van de bevoorrading laat ik hen rijden. Na de bevoorrading vertrek ik terug met de man waarmee ik al een groot stuk van de dag op pad ben. De volgende twintig kilometer voel ik de gevolgen van mijn inspanning. Ik moet even bekomen. Ik blijf goed eten en drinken. In Thiepval passeren we aan een indrukwekkend herdenkingsmonument.

Na een uur voel ik me terug beter. Op 15 km van de aankomst komt het sterke drietal van voor de bevoorrading er terug bij. Ze hebben nog twee andere fietsers meegebracht. Met deze zeven gaan we naar Amiens. Om kwart voor zeven tekenen we het controleblad in Amiens. Na 310 km zijn nog maar zeven fietsers voor ons aangekomen. Naar het hotel om te douchen en dan wat eten.




Verwante posts