Flandrien Cyrille – ‘Tour de Cyrille’ – Dag 3: “Op het platteland voel ik me meer thuis.”
Flandrien Cyrille belt ons vanmorgen vanop een terrasje in La Ciotat (n.v.d.r. badplaats in het arrondissement Marseille dat deel uitmaakt van het Franse departement Bouches-du-Rhône). “Met bruisende golven voor mij. Twee croissants en een koffie. Het leven van een Flandrien kan mooi zijn. Ik heb al mijn moeite gedaan hoor. Ik ben vroeg vertrokken. Het was zalig om vroeg te vertrekken. Met een warme zeebries in de rug. De straten zijn hier heel kalm. Wat heel leuk is. Ongelooflijk he, maar ik zie de mensen nu al in de zee zitten (n.v.d.r. het is 8u ’s morgens). Het plezier was gauw over. Ze hebben mij van de kust weggestuurd. Er is een haven. Als je van de kust weg moet, dat is echt steil. Ik ben niet moeten afstappen, maar het scheelde niet veel. In ieder geval, nu ben ik terug aan de kust. Ik hoop dat ze mij een beetje aan de kust houden. Maar het ziet er zo niet naar uit. Het is wel zo dat indien je relatief dichtbij en parallel aan de kust kan blijven, je op een lichtgolvend plateau fietst. Dat is beter te doen. We zien wel.”
Vandaag gaat het richting Montpellier. Een leuk wielerweetje tussendoor. Wist je dat Montpellier sinds 1947 maar liefst 39 keer start-of aankomstplaats in Tour de France was? De laatste keer was in 2016. Toen ging de twaalfde etappe van Montpellier naar de Mont Ventoux. Wie won? De Belg Thomas De Gendt!
“Ik ben wel opgestaan met heel pijnlijke benen. Maar dat is normaal. Ik heb dat al ervaren in eerdere fietsvakanties. Na twee à drie dagen van continu fietsen beginnen de benen pijn te doen. Maar daar moet ik eigenlijk door. Nog een tweetal dagen en dan gaat het langzaam over. Na een week krijg je superbenen. Ik weet wat het is, ik moet erdoor. Maar dat gaat wel lukken. Voilà, ik kruip straks terug de fiets op.” Tot plots “Ah Mademoiselle, encore un café et deux croissants s’il vous plaît?” Vervolgens klinkt het wat beduusd. “Ja, nog een koffietje nemen. Een mens mag iets hebben he. Allez salut, tot later vandaag!”
Om iets over half zeven belt Flandrien Cyrille ons terug. “Ik heb hier een mooie plek gevonden om te kamperen. The middle of nowhere, op het Franse platteland. Het was een hele plezante dag vandaag, met mooi weer. Ik heb wel een serieuze hindernis gehad. Na het ontbijt met zeezicht en croissants, moest ik naar Marseille. Maar daar was een serieuze col te beklimmen. Dat had ik niet echt door. Nu begrijp ik ook de gezichtsuitdrukking van die Fransen op het terras. Zij waren toch een beetje verbaasd toen ik zei dat ik met die fiets langs de kust naar Marseille zou rijden. Het was zoals gezegd een serieuze beklimming. Ik heb die eigenlijk vrijwel volledig te voet moeten doen. Ik waande mij in het hooggebergte. Hoewel we dus vlakbij de kust waren. Het was een col op een hoogte van een goeie 300 meter (n.v.d.r. Col de la Gineste – 327m). Nu goed, we zijn helemaal boven geraakt. Maar het was dus wel te voet doen, want veel te steil. In de lange afdaling met Marseille in de verte stak een insect mij in mijn linkerdij. Het was redelijk pijnlijk. De angel heb ik kunnen verwijderen. Toch blijft het een heel pijnlijke, gezwollen en gevoelige plek. Ik hoop dat het niet erger wordt.”
Eens afgedaald, reed Flandrien Cyrille dwars door het centrum van Marseille. “Mijn GPS loodste me er wonderbaarlijk goed doorheen. Mocht ik het vandaag hebben moeten doen met een landkaart zoals ik het vroeger deed, zou ik dat niet hebben zien zitten. Maar ja, niet alles is oud bij mij. Die GPS is een vooruitgang die niet meer te negeren valt. Anders is het niet meer te doen. Maar zoals gezegd werd ik feilloos gegidst doorheen Marseille.” Na de afdaling voorbij Marseille werd het steeds vlakker. “Bovendien werd ik ook geruggesteund door een warme wind. Is dat een mistral? Anders moet je dat eens opzoeken.” Onze hoofdredacteur vroeg het aan zijn vriend Wiki: de mistral is een harde en koude noorden- tot noordwestenwind die gedurende de dag gemiddelde windsnelheden bereikt van 50 kilometer per uur of meer (windkracht 7), met windstoten van meer dan 100 kilometer per uur…komt voor in de Rhône-vallei’. Enfin, voor de kenners, wij gokken op de Libeccio! Gele briefkaarten kunnen nog tot 26 september naar onze redactie worden gestuurd. “Het was in ieder geval heel aangenaam om zo eens te peddelen. Mijn verzet, een 52/22 is te zwaar voor de hellingen, maar goed voor wanneer je met achterwind moet peddelen. Je draait sowieso al gauw heel snel rond. Je kan geen 30/u halen, 25 à 26 km/u is eigenlijk het maximum. Je moet een keuze maken met je verzet. Nu kan ik niet meer veranderen, maar ik ben tevreden met de keuze.”
Het terrein werd biljartvlak. Op een heel goed en verkeersvrij fietspad dat door een soort niemandsland liep, ging het vervolgens richting de Camargue. Tot plots. Uit alle macht weet Flandrien Cyrille net op tijd uit te wijken. Een stuk fietspad is weggezaagd. “Ik heb toch geluk gehad. Je moet eigenlijk steeds attent zijn want het gevaar schuilt soms in een klein hoekje” Dat mag je letterlijk nemen want het ging om een strook van slechts 20 à 30 cm met een diepte van zo’n 20 cm. Geen ravijn dus, maar meer dan gevaarlijk genoeg voor een zwaar beladen fiets. “Mocht je daar gewoon inrijden, dan ben je de kop in. Je voorwiel is kapot of de voorvork gebroken en het is gedaan met het avontuur. Maar ik heb gelukkig geen schade. “Ik ben tot in Arles gefietst. Een eindje voor Arles ben ik gestopt aan een winkeltje met enkel streekproducten. Ik had sowieso al in het achterhoofd om vandaag te kamperen op het Franse platteland. Het streekbier en het brood dat ik er kocht, maakt het alleen maar extra aangenaam. De mensen zijn ook anders. Het is hier ook het meer rustige Frankrijk. Niets meer van het mondaine en commerciële kustgedoe. Op het platteland zijn mensen nog oprecht en gemeend vriendelijk. Bovendien zijn ze ook nog eens heel behulpzaam. Wat toch helemaal anders is aan de kust. Daar haalt de ‘commercie’ toch de bovenhand. Hier op het platteland voel ik me meer thuis. Het is dus nog maar half zeven en ik zie het wel zitten om nog verder te fietsen, maar het is hier een heel mooie plek. Een groot veld vol, weliswaar uitgebloeide, zonnebloemen. Aan de rand van dit veld langs het grindpad, kan ik perfect mijn tent opzetten. Ik heb van niemand last en niemand heeft last van mij.”
“We zien het terug zitten voor morgen. Ik heb er steeds meer goesting in. Ik kom in mijn ritme. Dat platteland is ook mijn ding. De dorpjes zijn er veel gezelliger. Mensen die er petanquen, gezeliige terrasjes bevolkt door van die typische Fransmannen. Dat vind ik allemaal heel leuk.”
Ondertussen heeft Flandrien Cyrille al zo’n 700 kilometer. “Ik moest er normaal al 800 hebben. Ik zit er dus honderd achter op schema.” Dan komt de Cyrille kronkel. “Ik heb een beetje marge ingecalculeerd, dus eigenlijk zit ik nog op schema om op tijd in Moorslede aan te komen. Ik moet niet per se die 200 kilometer per dag hebben, maar het geeft wel die ruimte voor het geval er problemen opduiken met de fiets, mezelf, het parcours, slechte weersomstandigheden. Goed, ik ga mijn tent opzetten”
Bekijk hieronder zeker ook de ‘relive’ met heel wat mooie foto’s en extra info over de etappe.