Flandrien Cyrille – ‘Tour de Cyrille’ – Dag 13: “Ik heb mezelf dan wel tot de orde geroepen”
Wanneer we hem aan de lijn hebben is hij al in Menen. “Het was een honderdtwintig kilometer vandaag. Ik heb hier een klein hotelletje. Straks in het centrum iets eten en drinken. Voor de rest ga ik mij proberen rustig te houden. Ik was eigenlijk zenuwachtig vanmorgen om te starten. Pas op, ik wou starten he. Het was de laatste dag. Wel terug bitterkoud. Ik droeg opnieuw mijn ‘handschoenen’ ” (n.v.d.r. in eerdere verslagen kon je al lezen dat het eigenlijk om kousen gaat). “Eens de mist was opgetrokken, werd het ook mooi weer. In het begin nog licht golvend, in de tweede helft volledig plat. Dat is vlot rijden he. Dat is, ‘lospeddelen’ (n.v.d.r. naar wij vermoeden is dat een flandriaanse variant op het breder bekende Duitse losgehen) zonder enige weerstand. Zeker met de benen die we nu hebben. Dat is ‘lik’ draaien in de boter. Wat ik nu mis is een zwaarder verzet. Het is echt een molentje draaien. Op den duur ben je zot gedraaid. Eens op het vlakke voelde ik me een beetje Chris Froome. Ellebogen naar buiten en draaien als zot. Ik heb mezelf dan wel tot de orde geroepen: Manneke met wa zij d’ier bezig, der staat niemand te wachten op u in Menen. Als ge daar nu om vier uur, vijf uur of zes uur zijt, dat maakt allemaal nie uit. Doe ne keer op uw gemak. Ik heb mij dan wel een beetje herpakt.” Blij dat Flandrien Cyrille zijn benen een halt kon toeroepen of we hadden nog twee weken verslagjes maken aan ons been. Dat laatste is uiteraard als grap bedoeld, we doen dit graag. Cyrille gaat verder. “Ik heb die euforie dan een beetje getemperd en heb op mijn gemak voort gereden. Maar ja, je beseft dat het avontuur gaat lukken en dat je er niet ver van bent.” De stem aan de andere kant van de lijn begint nu licht trillend te klinken, alsof hij net Carrefour de l’Arbre is opgedraaid. “Het begint te borrelen.” Hij herpakt zich en gaat verder “Ik heb wel even een spannend moment gehad. Het was in vrij lange en steile afdaling. Mijn blauwe Alcyon-pet waait af. Tegen de tijd dat ik terug naar boven was gefietst tot op de plaats waar ik dacht dat de pet van mijn hoofd was gewaaid en deze na lang zoeken te vinden, was er een halfuur voorbij. Mijn pet was tussen de patatten gewaaid. Ik ging niet vertrekken zonder die pet. Dat kon niet zijn.”
“Vanavond probeer ik om niet te veel te denken aan de aankomst van morgen. Voor mij is het avontuur gedaan (schraapt de keel), maar die aankomst is iets speciaal. Dat is een criterium in rechte lijn naar Moorslede. Ik moet zeggen, ik ben er niet gerust in. Twee, drie jaar voorbereiding. De ontlading daarvoor, ja ik weet het niet (de stem stokt). En dan ja, (stilte) ik heb mijn kleindochter nog niet gezien. Die ga ik morgen voor de eerste keer zien (opnieuw stil). Dat wordt ook efkes spannend he. (stilte) Maar ja, we zien wel he, ik laat het op mij afkomen. (stilte) Het komt wel goed zeker. Ja, goed, bedankt.” Lijn verbroken.
Vijf minuten na een abrupt en wat emotioneel einde van het telefoontje, rinkelt de telefoon op de redactie. “Ja, Cyrille hier he. ge weet dat ik altijd nog eens bel he (lacht). Ik heb het parcours, maar ook Frankrijk zien veranderen vandaag. Veertien dagen lang was Frankrijk fleurig en kleurig. Met heel wat mooi panorama’s. En dat is vandaag weggeëbd. Dat kleurige en fleurig is overgegaan in een soort kil en grijs. Zeker wanneer je in de buurt komt van Le Nord. De streek van de oude mijnterrils. De vergezichten vallen weg. Voor de rest lijkt Frankrijk wel wat op België. De straten, pleintjes en huizen worden naarmate je dichter bij de grens komt, steeds meer Belgisch. Waardoor de grensovergang haast geruisloos verloopt. Zonder dat je het merkt, ben je in België. Pas op, dat heeft ook wel zijn charme. Maar het mooiste van Frankrijk ligt niet in het Noorden, dat is een feit.” Toch wel krasse uitspraken voor een mans wiens idool, Cyrille Van Hauwaert eeuwige roem vergaarde in Roubaix. Een boerenzoon die zich in de toen welvarende regio die Le Nord was, wist los te wrikken van het arme Vlaanderen. De streek waar Flandriens uit modder gekneed werden. En zeggen dat onze man, Flandrien Cyrille, veertien dagen geleden nog helemaal anders sprak over de mensen in het Zuiden. Waren zij het niet die de puurheid van het leven missen? Had hij het toen ook niet over hoe blij hij was dat hij op het platteland kon fietsen? De vele kilometers in volledige eenzaamheid op een fiets, doet soms vreemde dingen met een mens. Of zijn het de in zijn tassen meegesmokkelde flessen Bordeauxwijn die de geest vertroebelen?
In ieder geval, wij zijn maar wat blij dat Flandrien Cyrille het zonder kleerscheuren (over zijn schoenen hebben we het even niet) doorstaan heeft. Het was fijn om het vanop de eerste rij mee te maken. Het ga je goed manivelle en kalle. En tot de volgende, Cyrille!