Door de wind, door de regen, dwars door alles heen

  

Eens de veldrijders en hun WAG’s vertoeven in warmere oorden, ruilen de wegrenners het woestijnzand in voor de Vlaamse klei. De Omloop het Nieuwsblad blijft voor velen toch de enige echte start van het seizoen. De renners worden in het Kuipke onthaald als frontsoldaten. Onze jongens zijn na enkele donkere maanden eindelijk terug bij ons, gaat het door vele hoofden. Zij als brengers van het licht in vele woonkamers. Weinig andere topsporters zijn zo tastbaar als wielrenners. Net zo tastbaar als sommige herinneringen aan de Omloop.

We gaan terug naar zaterdag 27 februari 1999. Tussen een erehaag van paraplu’s banen de renners zich een weg naar de start. Vele ogen zijn gericht op die 24-jarige wonderboy uit Ploegsteert. Frank Vandenbroucke kende tot dan toe een voorjaar waar vreugde en verdriet dicht bij elkaar liggen. Vader worden van je eerste dochter, Cameron en kort erna je neef verliezen, het doet wat een mens. Al lijkt VDB dit alles wonderwel te doorstaan dankzij zijn ‘entourage’.

De Omloop is samen te vatten als veel regen, wind en kou. Over de koers? Negen renners zullen die zaterdagmiddag strijden om de zege in de eerste semi-klassieker van het seizoen. Drie renners uit de Mapei-stal, met namen als Johan Museeuw, Wilfried Peeters en Tom Steels. Een Lotto-tiercé met Tchmil, Jo Planckaert en Wim Feys. Het TVM-duo Peter Van Petegem-Knaven. En dan is er nog die eenling van Cofidis, Frank Vandenbroucke. Deze elitegroep heeft zich gevormd in jawel, de Krimineelstraat in Laarne.

Met nog twaalf kilometer koers, springt Vandenbroucke weg. Wilfried Peeters glipt mee. De rest kijkt vooral naar elkaar. Een koerslogica van te veel kopmannen en te weinig knechten. Tchmil sommeert Wim Feys om de kastanjes uit het vuur te halen. Maar de vogel lijkt gaan vliegen. Vandenbroucke stoomt door met Peeters in het wiel. Die laatste hoopt ergens op een terugkeer van de groep met ploegmaat en rasspurter Tom Steels. Al lijkt een slepende Peeters ook op z’n eigen spurtkansen te speculeren. In de Bergendriesstraat ligt de meet. Op 200m van de finish gaat Vandenbroucke aan. Van een spurt is niet echt sprake.

Na afloop stelt VDB het heel duidelijk “Als je kopman wilt zijn, moet je het in een finale alleen kunnen doen. Da’s altijd mijn stelling geweest. De finale rijd je met de benen.” Het volk laaft zich aan zijn woorden, prestaties en flair.

Het sterke Mapei-blok, met uitzondering van toemalig kersvers manager Lefevere, vindt niet dat de ploeg een tactische fout heeft gemaakt. Hun ex-ploegmaat was gewoon te sterk. Een zege op Daknam. Iets waar Lokeren twintig jaar later jammer genoeg niet vaak genoeg kon van proeven.
VDB bewijst hiermee ook z’n mentale sterkte na een periode waarin ook z’n boezemvriend en trouwe luitenant, Nico Mattan het verdict kreeg dat wielrennen er niet meer inzat door hartritmestoornissen. Lees zeker ons verhaal Keun, Kemmel, Koers.




Verwante posts