Derde etappe – Paris – Bar – le – Duc

  

Deux heures … Paris s’éveille. De start is in een industriezone. In het lokaal waar we ons moeten aanmelden is een fuif nog in volle gang. Een absurd begin van een absurd lange etappe. Vandaag moeten we 345 kilometer afleggen met zo’n 3.300 hoogtemeters. Van bij de start ligt het tempo vooraan vrij hoog. Elke stoplicht lijkt het signaal te geven aan de mannen vooraan om nog wat sneller te gaan. Net buiten Parijs schakel ik wat terug en kom zo in niemandsland te zitten. Vrij snel komt iemand uit de achtergrond. Het is opnieuw dezelfde man die in de voorbije etappes heel wat kilometers aan het zelfde tempo heeft afgelegd. Hij vindt twee niet voldoende en kijkt vaak achterom. Daar komt uiteindelijk een derde man. Het gaat om Wolf, een Nederlandse marinier.The Wolfpack van de Lage Landen besluit om door te rijden.

Opnieuw merk ik dat het bij momenten net te snel gaat voor me en het is nog ver, dus laat ik hen af en toe begaan. Heel ver zijn ze nooit. Na vijfendertig kilometer is daar al de eerste controle. Voor- en achterlicht doen het nog goed, dus ik mag door nadat ook het controleblad getekend is en ik een nieuwe stempel in mijn kaart heb. We rijden langs D-wegen die door bossen slingeren. Zonder licht is het werkelijk volledig donker. Mijn lamp schijnt op een bord dat aangeeft dat we het geboortedorp van Jean de la Fontaine binnenrijden. Ik bedenk dat ik nu in zekere zin mijn eigen sprookje schrijf.

Nog voor de tweede controle is het even onduidelijk waar we in moeten. Dan maar proberen en jawel de route wordt teruggevonden en weg zijn we. Bij de tweede controle na een goede tachtig kilometer rijd ik eigenlijk al grotendeels alleen. Snel stempelen en tekenen en weg zijn we. Wat dan volgt is werkelijk prachtig. De wolken hangen boven het water van de Marne. Dorpjes lijken met watten toegedekt. Slapend en zich niet bewust van de ongewone drukte die er al is op de weg. Bij het opkomen van de zon bevind ik me tussen de wijngaarden van de Champagne. Machtig mooi is dat. IK stop in één van de volgende dorpjes bij een bakkerij. Mijn buit bestaat uit twee chocoladekoeken en een cola. Ik ben nog maart net de winkel uit of ik word op ‘heterdaad’ betrapt. Een auto met fotografen van de organisatie komt net voorbij. Ze stoppen en hebben evenveel plezier als ikzelf. Ik poseer dan ook maar wat graag voor hun lens. Het tempo zit goed en de benen voelen ok. Ik rijd zonder veel problemen naar de controle in Reims. Aan de toog maak ik een praatje met een jongeman die op dit ochtendlijk vroege uur geniet van zijn blonde bier van hoge gisting. Zo’n tien kilometer voor de volgende controle zie ik een groepje dat nadert. Op een klein drie kilometer van de controle halen ze me bij. Ik laat ze begaan. Als ze me hebben ingehaald zullen ze ook wel te snel rijden is mijn vrij simpele redenering. Ik neem de tijd om me in te smeren en drank en eten bij te tanken voor ik terug vertrek. Nu is het in vrij rechte lijn over meer dan zeventig kilometer naar Verdun.

Op een kleine vijftig kilometer van de aankomst is er een splitsing waar het maar een zesenvijftig kilometer is naar Bar-le-Duc. Ik negeer de afslag en vervolg de rechte weg naar Verdun. Op zo’n vijftien kilometer voor Verdun zijn mijn bidons leeg. Gelukkig is daar net een klein caféetje langs de weg waar ik me kan bevoorraden. Eens terug op de fiets gaat het weer een stuk vlotter naar Verun. Op de Quaie de Londres stop ik aan de controle. Drank en eten heb ik nog genoeg, dus ben ik ook vrij snel terug weg voor de laatste vijfenzestig kilometer. Na zo’n twintig kilometer kom ik op de beruchte Voie Sacrée. De route waarlangs miljoenen soldaten en materiaal van en naar het front werden gebracht. Op voorhand had ik gezien dat van de 40-kilometerlange route de laatste tien in dalende lijn naar Bar-le-Duc gaan. Dan is het gewoon een kwestie van te blijven eten, drinken, trappen en ademen. Om iets over vijf bereik ik de aankomst in Bar-le-Duc waar ik met een heel voldaan gevoel van de fiets stap en een plaatsje op het terras inneem.




Verwante posts