Raymond Impanis: van legende tot klassieker

  

Vandaag kennen we de Primus Haacht Classic (Impanis – Van Petegem). De Zwarte van Brakel zit nog vers in het collectieve wielergeheugen. Daarom hebben we het over die andere, Impanis. De bakkerszoon groeide op in het Vlaams-Brabantse dorpje Berg bij Kampenhout. Al van bij zijn geboorte was de man een legende. Zo zou hij te vondeling zijn gelegd aan de kerk van Berg en was het meneer pastoor van het dorp die zich over de kleine Raymond ontfermde. Hij bracht de boorling naar de plaatselijke bakker en gaf deze het christelijke commando de jongen op te nemen in het gezin. De eerwaarde van wie net zoals de notaris, de dokter en de onderwijzer verondersteld werd toch wat Latijn te kennen, gaf de kleine Raymond de familienaam Impanis wat potjeslatijn is voor ‘in een brood’.

Zoals zo vaak overtreft de realiteit de fictie. Raymonds’ vader Georges kreeg de naam van zijn moeder, Marie-Eugénie Impanis nadat ze op haar vijftiende zwanger werd van een fils-à`-papa uit Ukkel die zich na de daad in alle anonimiteit terugtrok. Georges Impanis heeft zijn moeder, die drie jaar na zijn geboorte in Brussel overleed, nooit gekend en ging van weeshuis naar weeshuis. Uiteindelijk leerde Georges de stiel van bakker en begon samen met zijn vrouw, een meisje uit het dorp, een bakkerij in Berg. In 1925 werd hun zoon Raymond als tweede van drie kinderen geboren. Met zijn eerste koersfietsje legde hij met zijn dagelijkse ritjes naar school, de basis voor een mooie én lange wielercarrière.
Vallen, opstaan en weer doorgaan

Die carrière begon in 1942 in zijn eigen Berg in een wedstrijd bij de ‘onderbeginnelingen’. Zijn eerste officiële wedstrijd en hij won. Enkele weken laten was het koers in dat andere Brabantse dorp van wielerhelden, Tremelo. Bij het inzetten van de spurt valt de piepjonge Impanis met volle kracht tegen een elektriciteitspaal. Bij die val werden de zenuwen in zijn rechterbovenarm geraakt. De specialisten durfden hem niet opereren, dus wat volgde waren jaren van massages en elektroshocks. Met die deels verlamde arm kwam het nooit meer volledig goed, met z’n wielercarrière gelukkig wel.

Al zag z’n vader er na die val geen brood meer in en zag hij zijn zoon liever in de bakkerij dan op de fiets. Vader en zoon kwamen tot een compromis. Raymond mocht ‘s namiddags koersen bij de juniors, als hij ’s morgens met de triporteur de broodronde had afgewerkt.

Twee weken na de bevrijding, maakte Impanis de overstap naar de onafhankelijken. Bij zijn tweede wedstrijd in deze categorie, in de schaduw van de Stade Vélodrome de Rocourt, ging Raymonds droom verder. Hij won en dat deed hij het jaar nadien maar liefst negentien keer. Met onder meer eindwinst in de Ronde van België.

Bakoven

Het leverde hem in ’47 zijn eerste profcontract op bij het Franse Alcyon-Dunlop. In het voorjaar kon hij meteen zijn stempel drukken. Zo reed hij van de 88 wedstrijden dat seizoen, 48 keer in de top tien. De witte broodsweken hadden duidelijk geen vat gekregen op zijn vormpeil. Met een vierde plaats in Paris-Roubaix en een tweede stek in Liège-Bastogne-Liège had hij zijn entrée in het profpeloton niet gemist. Het orgelpunt van zijn debuutjaar moest toen nog komen.

De Tour de France werd in die tijd nog met landenploegen gereden. De 21-jarige Impanis mocht mee met de Belgische delegatie. In de tweede rit met aankomst in het Brussel van zijn grootmoeder, finishte hij knap tweede. Impanis ondervond in de volgende ritten veel last van de verzengende hitte en verloor kostbare tijd. In het algemene klassement was hij ondertussen steeds verder weggezakt. Die andere bakkerszoon in het peloton, Ferdi Kübler, leek met twee ritzeges in de eerste week, veel minder last te hebben van de warmte.

In de negentiende rit stond er een individuele tijdrit op het programma van maar liefst 139km! Impanis veroorzaakte een wervelwind tussen Vannes en Saint-Brieuc en won de tijdrit met maar liefst 4’54’’ op de tweede, Jean Robic. Die laatste won dat jaar overigens de Tour. Dankzij deze knalprestatie werd Impanis zesde bij zijn Tourdebuut. Impanis’ ploegmaat Briek Schotte won de afsluitende rit met aankomst in Parijs.

Het jaar van de bevestiging

Na een vierde plaats in de Helleklassieker van ’47, viel Impanis een jaar later ook in de Ronde van Vlaanderen net naast het podium. In Gent-Wevelgem moest hij in ‘48 ook vrede nemen met een vierde plek. La Doyenne leverde hem z’n tweede van in totaal vier tweede plaatsen op.
Een voorjaar dat opnieuw het beste deed verhopen voor de Tour. Hij kon de verwachtingen inlossen met twee ritoverwinningen op rij. In de negende rit kwam hij alleen aan in Montpellier. Om de dag nadien zijn medevluchters te vloeren in de straten van Marseille. Zijn tiende plek in het eindklassement was de kers op de taart.

Vlaamse Poulidor

In de daaropvolgende jaren was Impanis goed voor talloze straffe ereplaatsen in wedstrijden als de Ronde van Vlaanderen, Paris-Roubaix, Ronde van België, Waalse Pijl, Milaan-San-Remo, Belgisch Kampioenschap en Paris-Nice. Net als die andere Raymond vaak tweede, afgewisseld met knappe zeges. Zo won hij in ’52 en ’53, Gent-Wevelgem.

Zoete broodjes

In 1954 liet hij de kaas niet van z’n brood eten en pakte de dubbel met winst in zowel de Ronde van Vlaanderen, als Paris-Roubaix. Roubaix, waar zijn grootmoeder nota bene in haar korte hellebestaan even had gewoond. Na een derde plaats in ’52 won hij in ’54 ook Paris-Nice.

La Doyenne

Een jaar later kende de Oude Dame voor de vierde maal geen genade. Impanis greep opnieuw net naast de winst in Liège-Bastogne-Liège.

All-round

Dat hij als renner niet in een vakje te duwen was, bewees hij in ’56 nog maar eens met een derde plek in de Vuelta. Een jaar later werd hij ook nog eens zevende in de Giro. Hij maakte in ’57 komaf met dat andere zwarte beest, de Waalse Pijl. In 1960 won hij ook zijn tweede Paris-Nice. Een jaar later moest‘Ray’ in Gent-Wevelgem enkel Frans Aerenhouts laten voorgaan, die net zoals Impanis twee jaar op rij de beste was in de Moeren. Tussendoor behaalde Impanis dichte ereplaatsen in Roubaix, de Omloop en Lombardije.

Maître Paris-Roubaix

In 1962 werd hij op z’n 37ste nog knap negende. Zijn ploegmaat bij Flandria, Rik van Looy pakte die dag, acht jaar na Impanis, de dubbel. Een jaar later, zijn laatste jaar als beroepsrenner, finishte Ray voor de 16de maal in de Helleklassieker. Hij deelt hiermee tot op vandaag het record met Servais Knaven, die de wedstrijd overigens ook ‘maar’ één keer kon winnen.

Afscheid nemen bestaat niet

Toch niet voor iemand die zoals Impanis zolang in het peloton had meegedraaid. Hij ging aan de slag bij Skoda voor wie hij bij wielerwedstrijden instond voor de radioverbindingen vanuit de wagen. Later deed hij dit samen met zijn zoon Ben voor alle belangrijke wielerwedstrijden.

Van 1982 tot en met 1993 werd de Grote Prijs Raymond Impanis’ georganiseerd, een wielerwedstrijd voor profrenners. In 2011 werd de draad terug opgepikt en wordt de wedstrijd opnieuw georganiseerd voor profrenners onder de nieuwe naam ‘De Grote Prijs Peter van Petegem en Raymond Impanis’. In 2012 kreeg het bakkertje van Berg een borstbeeld naast de kerk van Kampenhout.

Uiteindelijk wel

Op 31 december 2010 overleed Raymond Impanis op 85 jaar, na een slepende ziekte. De kerk zat afgeladen vol. Onder hen ook heel wat ex-renners zoals Johan Museeuw, Pino Cerami, Guido Reybroeck, Jan Janssens en Ferdinand Bracke.

Het zijn renners als Raymond Impanis die de essentie van de wielersport zo goed belichamen. Heroïek en tragiek vervat in één beeld, één mens. Het is dat wat elke wielerfan in de winter terug doet verlangen naar dat nieuwe seizoen.

Momenteel is het nog volop koers. Met vandaag een grote kans voor de sprinters. De redactie beleeft het voor u vanop de eerste rij.

bron: Luc int Panis deed heel wat opzoekwerk over Raymond Impanis, waaruit we heel wat informatie konden halen.




Verwante posts