Marcel Kerff

  

Marcel Kerff, geboren op 2 juni 1866 in Sint-Martens-Voeren, was een Belgische wielrenner die actief was van 1896 tot 1904. Hij en zijn broers Charles en Leopold werden beschouwd als pioniers van de Limburgse wielersport in de Voerstreek. De gemeente waar ze opgroeiden, behoorde tot 1 september 1963 tot de provincie Luik. Deze regio, gelegen in het noordoosten van de provincie, was doordrenkt van een plaatselijk dialect, het platdiets, dat nog steeds in beperkte mate wordt gesproken. De inwoners voelden zich meer verbonden met Nederlandstalig Limburg dan met het Franstalige Luik. In de Voerstreek woedde al geruime tijd een felle taalstrijd, die pas in 1963 werd opgelost door de streek over te dragen aan de provincie Limburg.

Herman Laitem, in zijn boek ‘100 jaar wielrennen in Limburg,’ omschreef het gezin Kerff op de volgende wijze: “Het gezin Kerff was een bontgekleurd en avontuurlijk gezin van vrijbuiters. Ze stonden bekend om hun vleugje heldhaftigheid en hun boeiende levenspad. Onder de twaalf kinderen van het gezin Kerff-Colle, op één na, waren het allemaal jongens die de grenzen durfden te verleggen, geïnspireerd door het drielandenpunt waar ze opgroeiden. De vader was boer en handelaar in slachtvee, en hij wist zijn handelsgeest over te dragen aan zijn kinderen. Een van hen werd slager, een ander handelaar, fruitboer en bakker. Maar er waren ook artistieke zielen die hun weg vonden als kleermaker, schilder, en muzikant. Duidelijk was de invloed van hun moeder, een getalenteerde couturière. Het vermogen om zich soepel door het grensgebied te bewegen, namen ze soms wat te letterlijk. Hun geest van avontuur en vrijheid botste af en toe met de wet. Victor werd oneervol uit het leger ontslagen nadat hij als gewone soldaat een officiersuniform had gestolen en triomfantelijk zijn intrede deed in ‘s-Gravenvoeren. Alfons belandde een tijdje achter de tralies omdat hij als fervent stroper de jachtopziener met hagel had bestookt. De overlevering wil dat hij later zelf boswachter werd. En dan waren er de fietsende broers, Marcel en Charles, die al snel hun eigen fietsen aanschaften, gefascineerd door techniek en het gevoel van vrijheid. Enkele jaren later verschenen ze op het toneel van Parijs-Roubaix, Parijs-Brest, Parijs, Marseille-Parijs, en andere epische wielerwedstrijden.”

Marcel Kerff, afkomstig uit een slagersgezin, had maar liefst tien broers, waarvan Charles en Leopold, net als hij, professionele wielrenners werden. Het drietal had een grondige trainingsroutine. Als onderdeel van hun training fietsten de broers regelmatig in twee dagen op en neer naar Parijs, een afstand van ongeveer zeshonderd kilometer. In de Franse hoofdstad deden ze inkopen in groothandels voor grote stukken vlees, die ze bij terugkeer met aanzienlijke winst verkochten in hun familiale slagerij.

Het is dan ook niet verrassend dat Marcel uitblonk in langeafstandswedstrijden en uithoudingsraces die één of twee dagen op de wielerbaan duurden. Hij wist echter slechts één keer als winnaar over de finish te komen. In 1900 behaalde hij de overwinning in een 48-uursrace op de Antwerpse wielerbaan. In datzelfde jaar werd hij derde in een 24-uursrace in Verviers, en het volgende jaar behaalde hij de tweede plaats in Verviers. Op 9 juni 1901 eindigde hij als tweede in de Brussel-Roubaix race, die toen een bescheiden afstand van 102 kilometer besloeg. Hij klokte af in 3 uur en 32 minuten, slechts 28 seconden achter de zegevierende Fransman Hippolyte Aucouturier, een berucht figuur in de ruige wielerwereld, wiens bijnaam ‘De Verschrikkelijke’ was.

Hippolyte Aucouturier kwam meerdere keren dicht bij de overwinning in de vroege edities van de Tour de France en wist twee keer de Parijs-Roubaix klassieker te winnen, in zowel 1903 als 1904. Marcel Kerff nam ook deel aan Parijs-Roubaix en eindigde als tiende in de tweede editie van de race, die op 18 april 1897 plaatsvond. Slechts tien renners wisten de loodzware koers over 280 kilometer te voltooien, met Marcel Kerff als de tiende renner, met een respectabele achterstand van ongeveer vier uur en vijftien minuten op de winnaar, Maurice Garin, die iets meer dan negen uur nodig had. Zelfs de negende renner voltooide de race met een voorsprong van iets meer dan twee uur op Kerff.

Marcel Kerff behaalde ook enkele andere opmerkelijke resultaten in zijn wielercarrière. In 1899 eindigde hij als zesde in Roubaix, en twee jaar later kwam hij als dertiende over de finish. In 1897 eindigde hij als vijfde in het Belgische nationale kampioenschap op de weg. Een opmerkelijk feit was dat hij in 1895 een sterk staaltje toonde tijdens het Belgisch kampioenschap van dat jaar, waarbij hij na 20 kilometer op een blote velg fietste.

In de editie van Parijs-Roubaix in 1901 behaalde het jongere broertje, Charles Kerff (geboren op 4 december 1874 in Sint-Pieters-Voeren en overleden op 18 mei 1902 in Aix-en-Provence), een zestiende plaats. Een jaar later, onder tragische omstandigheden die nooit volledig zijn opgehelderd, kwam Charles om het leven tijdens de enige editie van de wielerwedstrijd Marseille-Parijs. Kort na de start van deze monsterrit over een afstand van 938 kilometer moest Charles Kerff naar het ziekenhuis worden overgebracht, waar hij overleed. Zijn broer Marcel en de organisatoren van de wedstrijd wisten niets van het tragische voorval en vervolgden hun koers in de barre weersomstandigheden.

Officieel werd de dood van Charles toegeschreven aan een slagaderlijke bloeding na een ongelukkige val op de spekgladde wegen. Toch zijn er altijd geruchten geweest dat supporters van…

Charles begon zijn carrière als professioneel wielrenner in 1896.

Marcel Kerff, de oud-wielrenner, had een bescheiden erelijst met slechts één overwinning op zijn naam, namelijk de 48-uursrace van Antwerpen in 1900. Maar hij sprokkelde wel tal van ereplaatsen gedurende zijn carrière.

In 1896 eindigde hij als negende in de Bordeaux-Parijs race. Hij toonde zijn kracht in de beroemde Parijs-Roubaix, waar hij in 1897 als tiende eindigde en in 1899 zesde werd. Zijn beste prestatie in Brussel-Roubaix was een tweede plaats in 1901. Bovendien behaalde hij een vierde plaats in de enige editie van Marseille-Parijs in 1902, een wedstrijd die maar één keer werd verreden en zich uitstrekte over een afstand van 938 kilometer.

Het jaar daarop, in 1903, eindigde Marcel Kerff als zesde in het algemeen klassement van de allereerste Ronde van Frankrijk, waarmee hij de hoogst geplaatste Belg werd, voor Julien Lootens. Hij finishte als zesde in de eerste etappe van Parijs naar Lyon over 467 kilometer, op 1 uur en 42 minuten achter de winnaar van die etappe, Maurice Garin. In de tweede etappe van Lyon naar Marseille over 374 kilometer eindigde Kerff als zevende, met bijna 40 minuten achterstand op Hippolyte Aucouturier, die in de eerste etappe opgaf.

Aangezien de renners zich voor elke etappe afzonderlijk konden inschrijven, reed Kerff in de latere etappes wel verder, maar hij deed niet meer mee in het algemeen klassement. In de derde etappe van Marseille naar Toulouse over 423 kilometer eindigde hij als tiende op ruim anderhalf uur van de winnaar Aucouturier. De kortste etappe van Toulouse naar Bordeaux over 268 kilometer werd gewonnen door de Zwitser Charles Laeser, terwijl Garin in een achtervolgende groep op slechts vier minuten finishte. Kerff eindigde als zestiende, op een uur achterstand. Garin won ook de laatste twee etappes en verstevigde zijn leiderspositie. In het algemeen klassement werd Kerff zesde, met bijna zes uur achterstand op de eindwinnaar, Garin. Julien Lootens werd de tweede hoogst geplaatste Belg, als zevende, met acht en een half uur achterstand.

In 1904 beëindigde Kerff zijn wielercarrière. Hij werd ‘majordome’ (butler) op het Kasteel van Teuven. Echter, zijn rustige leven werd abrupt verstoord door de Duitse invasie in België in 1914. Op 7 augustus van dat jaar, drie dagen nadat de Duitsers België waren binnengevallen, begaf Marcel Kerff zich nieuwsgierig op zijn motor om te zien wat er aan de hand was. Zonder zich bewust te zijn van het gevaar, stuitte hij snel op de Duitse bezetters bij Moelingen, waar ze een legerkamp hadden opgezet voor 25.000 militairen en duizenden paarden.

De Duitsers arresteerden hem op verdenking van spionage voor de Fransen. Ondanks zijn herhaalde ontkenningen en verzekeringen dat hij niets te maken had met het Franse leger, geloofden de Duitsers hem niet. Ze ondervroegen hem hardhandig en sneden zelfs zijn tong af. Later in augustus werd Kerff met enkele anderen opgehangen aan een ijzeren staaf tussen twee populieren bij Moelingen. Ze lieten hem zakken wanneer hij dreigde te bezwijken, waarna hij na herhaaldelijk heen en weer bewegen uiteindelijk overleed. Zijn lichaam werd gedumpt in een massagraf. Een monument ter nagedachtenis aan alle Belgische wielrenners die tijdens de Eerste Wereldoorlog stierven, bevindt zich in de buurt van de plaats waar hij omkwam in Moelingen. Tijdens de oorlog werd dit monument vernietigd door de Duitsers, maar na de oorlog werd het heropgericht.

Hoewel het monument op een mooie locatie staat, nabij het kruispunt van de klassiekers Luik-Bastenaken-Luik en de Amstel Gold Race, begint de herinnering aan de “eerste Flandrien” te vervagen. De gebeitelde inscripties op het monument zijn inmiddels moeilijk leesbaar geworden, en de naam van de voormalige wielrenner is bijna onvindbaar voor degenen die passeren. Het monument fungeert als de enige tastbare herinnering aan deze pionier van de Belgische wielersport.

Twee broers van Marcel Kerff, Charles en Leopold, volgden eveneens een carrière als beroepsrenners. Charles Kerff overleed onder mysterieuze omstandigheden tijdens de Marseille-Parijs race in 1902, waarin Marcel als vierde eindigde.

 




Verwante posts