Karel Kaers
Karel Kaers is een voormalige Belgische wielrenner geboren op 3 juni 1914 in Vosselaar. Zijn grootste overwinning behaalt hij in 1934 wanneer hij in Leipzig wereldkampioen wordt.
Bij de jeugd wint Karel Kaers 118 wedstrijden. Om je een idee te geven, als nieuweling wint hij 31 van de 38 wedstrijden. Op de piste wordt hij als junior in 1931 en 1932 tweemaal Belgisch kampioen.
Een jaar later, in 1933 maakt Karel Kaers op z’n negentien de overstap naar de onafhankelijken. In datzelfde jaar wordt hij beroepsrenner. Hij laat zich meteen opmerken door een paar overwinningen in lokale wedstrijden. Kaers is een beer die niet alleen mee de koers maakt, maar ook niet traag is aan de meet. Reden genoeg om hem in 1934 mee te nemen naar het wereldkampioenschap. Strijdtoneel is het circuit van het Park von Scheibenholz. Bijzonder gegeven is misschien ook wel dat er slechts 26 renners aan de start staan. In de spurt drijft hij Laerco Guerra in de nadarhekkens, maar zijn zege wordt niet betwist. Hij is als twintigjarige de jongste wereldkampioen wielrennen op de weg. Gustaaf Danneels vervolledigt het podium.
Op 13 juni 1937 staat Karel Kaers als topfavoriet aan de start van het Belgisch kampioenschap in het Brugse Sint-Kruis. Zes renners geraken weg. Onder hen onder meer Sylvère Maes, Michel D’Hooghe en Karel Kaers uiteraard. Kaers gaat achter elke renner die probeert te ontsnappen. Aan de finish maakt hij het af in de spurt.
In 1939 wint Karel Kaers de Ronde van Vlaanderen. In feite was de Ronde van Vlaanderen helemaal niet zijn hoofddoel. Hij reed Vlaanderens Mooiste als voorbereiding en doorgedreven training voor Paris-Roubaix. Hij had het zelfs heel goed uitgedacht op voorhand. Zo had hij zijn auto geparkeerd aan de Oude Kwaremont met het idee om daar de wedstrijd te verlaten. Zijn ploegleider had hier lucht van gekregen en aarzelt niet om de auto van Karel te verplaatsen. Kaers rijdt ondertussen nietsvermoeden in het peloton. Tot Kaers een versnelling plaatst en met een minuut voor op de tweede, op de Oude Kwaremont komt. Hij ziet tot zijn grote verbazing zijn eigen auto niet staan en besluit dan maar uit te rijden. Hij wint. Dat laatste is Karel Kaers nooit gelukt in Paris-Roubaix.
Zoals nog wel wat renners uit die tijd, begint hij na zijn wielercarrière een café. Dat van Karel Kaers komt naast het Antwerpse Sportpaleis. Daarnaast is hij ook nog autohandelaar, trainer en kneder van jonge talenten.
Ook als prof is Karel Kaers actief op de piste. Zo wint Kaers onder meer de Zesdaagse van Parijs, Londen, Kopenhagen.
Op 20 december 1972 sterft hij in Antwerpen. In Frankrijk stond hij bekend als Le Phénomène.