Flandrien Cyrille – ‘Tour de Cyrille’ – Dag 2: “Een salade met een pintje in Saint-Tropez”
Het is al rond etenstijd wanneer we iets horen van aan de Côte-d’Azur. “Goeiemiddag, Flandrien Cyrille hier. We zijn vandaag goed in ons ritme gekomen. Om zes uur stipt vertrokken en dat is in orde. Goed geslapen op het strand van Cannes. Om vijf uur opgestaan.” Bij het horen van deze korte zinnen valt ons meteen weer op hoe gedisciplineerd deze man is. Het lijkt wel alsof hij het zichzelf nooit zou hebben vergeven indien hij vandaag vijf minuten later was vertrokken. Nu de grootste ontgoocheling weg is, houdt hij vast aan het vroege opstaan. Hij omschrijft de kilometers die je voor de middag doet wel eens vaker als ‘gratis’ kilometers. Vertrek je om zes uur dan kan je tegen lunchtijd al honderd kilometer fietsen. De redenering gaat verder. Fiets je daarna tot acht uur ’s avonds dan heb je in principe een 7 à 8 uur om honder kilometer af te leggen om zo aan het ‘daggemiddelde’ van 200 kilometer te komen.
“Het ging vrij vlot. Wel wat fris, maar dat is ook eens aangenaam. Het was gisteren de ganse dag heel warm.” Na het verlaten van Cannes liep de baan wat verder landinwaarts. Weg van de kust was het meteen fors klimmen. “Ik dacht een col, maar toen ik bovenkwam, bleek de ‘col’ toch maar op 315 meter boven zeeniveau te liggen. Ik heb hem toch grotendeels te voet moeten doen. Als je moet klimmen aan een gemiddelde snelheid van 4 à 5 per uur, dan ga je toch beter te voet. al bij al viel het wel mee. Het was een lange afdaling. Ik ben veilig en op mijn gemak in Saint-Tropez geraakt. Ik heb eigenlijk al evenveel kilometers als gisteren over de ganse dag. Ik zit nu voor mijn middagritueel op een terras in Saint-Tropez met zicht op de fiets. Een pintje bier en een salade. Daarmee komen we terug de namiddag door. Straks terug vertrekken om langs de kust verder te rijden.”
Onze hoofdredacteur was blij dat onze man op de fiets niet net na het opruimen van zijn kamer ’s morgens gebeld had. Om klokslag acht uur ’s avonds belt hij ons op. “De rest van de dag is goed verlopen. Het was wel nog vrij pittig. Naar het einde toe, ben ik in de stad gekomen. Ik zit midden in de bebouwde kom en ik geraak er niet meer uit voor het echt avond wordt. Buiten slapen wordt moeilijk want ik zie het niet echt zitten. Het lijkt hier niet zo veilig, te veel rondzwervende mensen, raar ‘gespuis’ hier aan de rand van de stad. Ik ga wel een hotelletje zoeken hier. Ik hoop er nog eentje te vinden. Een klein hotelletje waar ik eens wat kan ‘verpozen’. Me eens goed wassen, een goed bed om te slapen. Morgen zien we het dan terug zitten. Hoe meer we in ‘ons routine’ komen, hoe beter het gaat. Dat is iets voor mij: morgen vroeg vertrekken en weer gans de dag peddelen.
De ‘relive’ met ook meer foto’s vind je hieronder.